Stoofpeertjes

Stoofpeertjes horen echt bij de herfst en winter.
Het hele huis ruikt lekker als je stoofpeertjes zachtjes staan te pruttelen.
Zodra ze in de winkels te koop zijn krijgen wij er trek in.
Stoofpeertjes smaken heerlijk bij stevige stoofpotjes, of als dessert met een bolletje ijs of bijvoorbeeld onze speculaasparfait.
Dus voor iedereen die zin in stoofpeertjes krijgt: hier ons recept.

Schil de peertjes, laat de steeltjes eraan.
Kleine peertjes laten wij heel, snijd de grotere peren wel in parten, verwijder dan het klokhuis.
Zet de peertjes in een pan, giet de wijn of sap over de peertjes en vul aan met wat water tot de peertjes helemaal onder staan.
Voeg de kaneel, citroen met kruidnagels en eventueel suiker of honing toe. (als je druiven- of bessensap gebruikt is suiker/honing niet nodig)
Breng het geheel aan de kook, zet dan de pan met deksel op het kleinste vlammetje en laat de peertjes heel zacht ongeveer 3 uur stoven.
Je kunt als je wilt het kookvocht tot slot nog even laten inkoken als je iets dikker sap wilt. Haal dan eerst de peertjes eruit.
Je kunt stoofpeertjes in een afgesloten weckpot prima een paar weken bewaren.
Handig als je veel stoofpeertjes tegelijk stoof. Doe ze dan wel direkt na het stoven, zo heet mogelijk in een weckpot en giet er sap over tot ze onder staan.